Op 27 december 1949 tekende koningin Juliana in het Paleis op de Dam de acte van overdracht van de soevereiniteit over Indonesië. Tezelfdertijd vond in Batavia de feitelijke bestuursovergave plaats. Daarmee was een einde gekomen aan het laatste jaar van Nederlands-Indië.
Het was een enerverend jaar geweest. Begin 1949 had het er nog naar uit gezien dat Nederland in staat zou zijn de zaken in Indonesië naar eigen inzicht te regelen. De werkelijkheid had anders geleerd en onder druk van vele kanten had Nederland steeds meer water in de wijn moeten doen. De sleutelposities in de nieuwe staat vielen toe aan Soekarno en Hatta, die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid hadden geproclameerd.
Dit eerste deel van de Horizonreeks bevat brieven en rapporten van bestuurders, militairen en politici uit Nederlands-Indië/Indonesië en Den Haag, waaruit die omslag in de verhoudingen spreekt. De stukken zijn zo gekozen, dat zij vooral de reacties van de Nederlanders en de met hen samenwerkende Indonesiërs laten zien. Voor de meesten waren de veranderingen ternauwernood te volgen, laat staan te waarderen. Zij brachten het einde van een wereld in zicht, waarin zij zicht, waarin zij zich thuis hadden gevoeld. De stukken zijn gekozen en toegelicht door de bewerkers van de bronnenpublicatie over de dekolonisatie van Indonesië, de Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950.