Pulse en una miniatura para ir a Google Books.
Cargando... Hyperthyreoidie, radioactief jodium en daarnapor Anton Jacobus van der Grient
Ninguno Cargando...
Inscríbete en LibraryThing para averiguar si este libro te gustará. Actualmente no hay Conversaciones sobre este libro. sin reseñas | añadir una reseña
No se han encontrado descripciones de biblioteca. |
Debates activosNinguno
Google Books — Cargando... GénerosSin géneros ValoraciónPromedio: No hay valoraciones.¿Eres tú?Conviértete en un Autor de LibraryThing. |
Hyperthyreoidie wordt gekenmerkt door de productie van een overmaat schildklierhormoon. Hierdoor ontstaan metabole en pathologische veranderingen in het periphere weefsel, waarbij dan de klinische verschijnselen optreden, die kenmerkend zijn voor het ziektebeeld. De juiste behandeling van de ziekte zou behoren te bestaan uit het wegnemen van de afwijking, die de schildklier aanzet tot de productie van een abnormale hoeveelheid schildklierhormoon. Het is niet bekend, waarom de schildklier bij deze patienten meer schildklierhormoon gaat produceren, dan nodig is. De therapeutische moge1ijkheden zijn daarom beperkt gebleven tot een zodanig ingrijpen in de functie van de schildklier, dat
de secretie van schildklierhormoon vermindert. Voor dit doel staan ons verschillende mogelijkheden ter beschikking. De oudste behandeling bestaat uit het operatief verwijderen van een gedeelte van de schildklier. Later heeft men getracht met behulp van ioniserende stralen de schildklier dusdanig te beinvloeden, dar minder schildklierhormoon wordt geproduceerd. Aanvankelijk gebeurde dit uitwendig, met behulp van rontgenstralen. In 1942 is gebleken, dat door het toedienen van radioactief jodium een selectieve inwendige bestraling van de schildklier kon worden bereikt (S. Hertz, e.a, 1942). De ontdekking van enkele stoffen, die in staat zijn de synthese van schildklierhormoon te blokkeren, heeft een medicamenteuse behandeling van de ziekte mogelijk gemaakt.
A. J. VAN DER GRlENT,Hyperthyreoidie, radioactief [odium en
daarna. Proefschrift Groningen, 18 juni 1969 (promotor:
Prof. Dr. H. DooRENBos).148 bl. Jan Haan N.V., Groningen
1969.
In dit proefschrift worden de resultaten van de behandeling
met radioactief jodium bij 208 patienten met hyperthvreoidie
geanalyseerd. Volgens de door de schrijver aangenomen
criteria werd bij 53 van deze patienten na de behandeling
een hypothyreoidie gevonden. De oorzaken van het ontstaan
dezer complicatie konden niet worden aangetoond. Met
name bestond er geen relatie met leeftijd, geslacht en met de
dosering van het radioactieve jodium .• Ook het imrnunologisch
onderzoek verschafte in deze geen opheldering. Deze
resultaten werden vergeleken met de uitkomsten van de
operatieve behandeling bij 59 patienten met hyperthyreoidie,
Op grond vande verschillende indica tiestelling was, zoals de schrijver terecht opmerkt, geen zuivere vergelijking mogelijk. Bij deze serie patienten werd postoperatie slechts een patient met klinische verschijnselen en een duidelijk verlaagd "PBl" aangetroffen.
De schrijver heeft met dit onderzoek een nuttlg werk.verricht,
vooral met het oog op de keuze van de behandelm1?smethode
van deze ziekte. Hij heeft het de lezer echter met
altijd gemakkelijk gemaakt, zijn hedoelingen te begrijpen;
als voorbeeld hiervan kan worden genoemd zijn interpretatie
van het verlaagde PBl-gehalte (bl, 129).
Dit proefschrift kan zeker ter lezing worden aanbevolen.
P.Formijne