Fotografía de autor

Hans Vandeweghe

Autor de Wie gelooft die coureurs nog?

3 Obras 9 Miembros 1 Reseña

Obras de Hans Vandeweghe

Etiquetado

Conocimiento común

Género
male
País (para mapa)
Belgium

Miembros

Reseñas

Hans Vandeweghe (°1958 Gent) schreef als sportjournalist voor De Morgen, Sport Internationaal, en Het Nieuwsblad. Tussen 2011 en 2014 was hij algemeen directeur van Wielerbond Vlaanderen. Hij schreef voor dit boek al vier andere boeken over doping in de sport.

Samenvatting

Het is een dik boek. Vandeweghe is goed geïnformeerd, voor een stuk uit eerste hand. Hij geeft bij het begin van het boek aan dat hij een genuanceerd beeld wil schetsen dan “Wat is doping en hoe roeien we dat uit?”
In de marge geeft hij de grondreden van doping in sport: mensen kijken op naar “onmenselijke” sportprestaties. Sommigen gaan speciaal kijken om sporters te zien afzien, te zien vallen of ten gronde gaan in de finish of aan het einde van de wedstrijd.
Inrichters van wielerwedstrijden hadden dat van in het begin door: ze richten onmenselijk zware en/of lange wedstrijden in, zoals zesdaagsen en heel lange één- of meerdaagse baankoersen. De zwaarste baankoers is de Tour de France, omdat die zolang duurt, zo weinig rustdagen heeft en omdat renners die na de toegestane tijd aankomen uitgesloten worden.
Winnaars verdienen het meeste en hebben het jaar erna meestal een beter betaald contract, dus de drang om kost wat het kost te winnen is heel groot. Als een deel van de tegenstanders doping gebruikt zonder dat die opgespoord of gesanctioneerd wordt en meer wint, ziet de rest meestal geen andere uitweg dan meedoen of stoppen met koersen. Eens ermee begonnen is er geen weg terug: ze zitten gevangen in het systeem, en zwijgen als vermoord.
Er zijn drie mechanismen waarmee doping de prestaties beïnvloedt:
1. Spierversterkende middelen zoals anabole steroïden en andere hormonen (groeihormoon naast testosteron) worden gebruikt in sporten met relatieve korte krachtexplosies zoals gewichtheffen, sprinten, kogelstoten, discuswerpen,…
2. Om pijn en ongemak langer te kunnen verdragen tijdens het presteren in het wielrennen en andere duursporten, worden pijnstillers tot en met cocaïne gebruikt, die op het centrale zenuwstelsel werken.
3. Het verhogen van het zuurstoftransport in het bloed om beter te presteren door een hogere maximale zuurstofopname en - nog belangrijker tijdens wielerrondes - sneller te recupereren na zware inspanningen, via meer rode bloedlichaampjes door bloedtransfusies met verrijkt bloed, of door Epo dat de productie van rode bloedlichaampjes in het beenmerg stimuleert. Dit type doping komt men tegen in het wielrennen, marathons en triatlon. Het tijdelijk effect van hoogtestages op de aanmaak van rode bloedlichaampjes is toegelaten.
Amfetamines met een gelijkaardig effect als adrenaline, en anabole steroïden werden al in de jaren 50 gebruikt. De anabole steroïden zijn synthetische afgeleiden van testosteron. Ze hebben als neveneffect o.a. dat de prostaat vergroot en de teeltballen verschrompelen en ook gedragsveranderingen (zware vormen van haantjesgedrag). Van de jaren 60 tot 80 werden ze vrij veel gebruikt (denk aan de zwemsters uit de DDR en de atletiekrecords uit de jaren 80 die nog altijd niet verbeterd zijn), soms ook groeihormoon (helpt enkel bij groeiachterstand). Het zijn geneesmiddelen die ontwikkeld werden voor andere aandoeningen.
De Olympische spelen van 1968 in Mexico op 2 200 m hoogte hebben de sportgeneeskunde en het onderzoek naar zuurstoftransport via het bloed sterk gestimuleerd. Op de Olympische spelen van München in 1972 won de Fin Lasse Viren de gouden medaille op de 5 000 m en de 10 000 m lopen met bloedtransfusies.
In België en Frankrijk hadden wielrenners vaak last van inspanningastma wanneer ze in de winter trainden, waarvoor ze van hun arts ze gluco-corticosteroïden kregen. Veel wielrenners schreven er betere prestaties aan toe en gebruikten het ook in de zomer als doping. Ze wisten niet dat dit katabool steroïde de spieren verzwakt, ook de hartspier.
In 1989 kwam Epo op de markt als Eprox en Epogen, als geneesmiddel voor mensen met bloedarmoede en voor chronische nierpatiënten. In geen tijd wisten de Italiaanse en daarna Spaanse wielrenners waarvoor dat nog kon gebruikt worden, en dat het niet kon opgespoord worden. Dat kon pas in 2001. Van de weeromstuit was bloedtransfusie terug van weggeweest, maar nu met eigen bloed aangereikt met rode bloedlichaampjes, dat moeilijker op te sporen was dan het bloed van iemand anders met dezelfde bloedgroep. Met bloedtransfusies zijn er ongelukken gebeurd wanneer er bloed van een ander per vergissing werd gebruikt.
Sinds het “bloedpaspoort” werd ingevoerd in 2009 en de sporters ook buiten competitie mogen gecontroleerd worden, is doping teruggedrongen t.o.v. de wilde jaren 90. Sindsdien worden “verdachte” waarden van hematocriet boven de 50 % bij mannen of 47 % bij vrouwen en van reticolucyten waarden (jonge rode bloedlichaampjes) lager dan 0.4 % of hoger dan 2.0 %, gebruikt om gericht urinestalen te nemen, ook buiten competitie, en om lastige vragen te stellen aan de atleet. Die moet het bewijs leveren dat er geen doping in het spel was, zo niet is de straf 2 jaar tot levenslange uitsluiting.
De verantwoordelijkheid van enkele “sportartsen” voor bloeddoping is zwaar, met name die van Michele Ferrera in Italië, en Eufemanio Fuentes in Spanje. Ze gebruikten van in de jaren 80 tot begin 2000 hun medische kennis en gespecialiseerde installaties om bloedtransfusies of Epo kuren naar maat te organiseren en mogelijk te maken. Ze werkten privé voor topatleten en bedongen een “ereloon” van een bepaald percentage van hun prijzengeld.

Vandeweghe groepeert zijn anekdotes in hoofdstukken met een thema zoals:
• De geschiedenis van doping in de sport
• Alles over bloeddoping, bloedtransfusies en Epo
• Hoe begint een coureur met doping en waarom blijft hij eraan plakken?
• Is het imago van wielrennen als dopingsport terecht?
• Hoe wordt doping in de sport opgespoord en gesanctioneerd?
• Enz.
Aan het einde van het boek geeft Vandeweghe een aantal insiders plaats om hun toekomstvisie en verwachtingen te geven. Sportmarketeer Wim Lagae brengt het geldcircuit in kaart van al wie aan wielrennen verdient, en wie daarin de sterkste onderhandelingspositie heeft. Dat blijken de inrichters te zijn van de populairste koersen, die de uitzendrechten verkopen aan de media.
Eigen commentaar
1. Vandeweghe weet heel veel over doping en niet alleen over die in het beroepswielrennen, maar hij haalt veel meer verhalen op dan nodig om zijn punt te maken. Liefhebbers van wielrennen vinden dat waarschijnlijk om duimen en vingers bij af te likken. Voor wie enkel uit is op beter begrijpen wat er aan de hand is, is het van het goede teveel. In de beperking kent men de meester.
2. De schrijver constateert een aantal fundamentele zaken, zonder erop in te gaan. Van in het begin beseften inrichters van wielerwedstrijden dat supporters wielrenners wilden zien afzien. Er zijn nog altijd toeschouwers die op de rijweg staan als de renners voorbijkomen op weg naar de Mont Ventoux, alhoewel ze goed weten dat ze de renners daarmee hinderen en dat er valpartijen van kunnen komen. Zij die brood en spelen willen, vinden dat het erbij hoort dat gladiatoren verongelukken. De inrichters houden daar rekening mee omdat het aantal toeschouwers via de media bepaalt wat er voor de uitzendrechten kan bedongen worden.
3. De sportpers bekommert zich bijna uitsluitend om de emotionele kant van de sport en de atleten, en te weinig om de gezondheid van hun afgoden, en of er met gelijke wapens werd gestreden. Sportjournalist Vandeweghe schrijft dat hij met “Wie gelooft die coureurs nog?” wil aantonen dat wielrennen een imageprobleem heeft, niet de enige sport met doping, niet de eerste en niet de ergste. Dat zal wel, maar die uitleg lijkt op het bedekken van doping met de mantel der liefde. Het is ook “merkwaardig” dat José De Cauwer, van de BWB verder coach van de Belgische wielerploeg mocht blijven en van de VRT de favoriete commentator voor de ronde van Frankrijk, nadat hijzelf toegegeven had dat hij amfetamines in een brievenbus heeft gedropt, lees: meegewerkt heeft aan doping, omdat hij als ex-wielrenner en ex-ploegleider perfect weet waarop te letten tijdens een rit om te zien wat er aan het gebeuren is, en populair bij fans die wel zijn emo-tv, maar niet de bedenkelijke kanten van hun sport willen zien. De correctionele rechtbank van Antwerpen sprak De Cauwer eind 2005 vrij van handel en bezit van Amfetaminen omdat een aantal feiten verjaard waren en de rest niet bewezen.
4. Een deel van de invloed van de verzorgers over de wielrenners had ook te maken met de jonge leeftijd waarop veel renners prof werden, en de algemene scholingsgraad van de meeste renners: eerder aan de lage kant. Ze konden wel inschatten of een bepaalde doping hun beter deed presteren, en of die op korte termijn bijwerkingen had, maar hadden geen idee wat de gevolgen voor hun lichaam en geest op lange termijn zouden zijn, op verslaving na. De ploegartsen hebben jaren enkel geprobeerd ongelukken te vermijden, en wisten maar gedeeltelijk wat er gebeurde, en ze wilden er hun handen ook niet aan vuil maken.
5. De houding van de overheid ten opzichte van doping in verschillende landen o.a. de USSR, de USA, de DDR, China, Spanje werd en wordt sterk beïnvloed door hun drang naar internationaal prestige via gouden medailles, en het maximaliseren van hun kansen om Olympische spelen en wereldkampioenschappen op hun grondgebied in te richten.
… (más)
½
 
Denunciada
KoenvMeulen | Nov 26, 2016 |

Estadísticas

Obras
3
Miembros
9
Popularidad
#968,587
Valoración
½ 3.3
Reseñas
1
ISBNs
2