Henri Roorda (1870–1925)
Autor de Mi suicidio
Sobre El Autor
Obras de Henri Roorda
Oeuvres complètes : tome II 1 copia
Etiquetado
Conocimiento común
- Nombre legal
- Roorda van Eysinga, Henri Philippe Benjamin
- Otros nombres
- Balthasar (pseudonym, some works)
- Fecha de nacimiento
- 1870-11-30
- Fecha de fallecimiento
- 1925-11-07
- Género
- male
- Nacionalidad
- Switzerland
- País (para mapa)
- Switzerland
- Lugar de nacimiento
- Bruxelles, Belgium
- Lugar de fallecimiento
- Lausanne, Switzerland
Miembros
Reseñas
Listas
Schwob Nederland (2)
Estadísticas
- Obras
- 18
- Miembros
- 65
- Popularidad
- #261,994
- Valoración
- 3.4
- Reseñas
- 2
- ISBNs
- 22
- Idiomas
- 3
Roorda was de zoon van anarchist Sicco Roorda van Eysinga. Sicco was een bekende van Multatuli en kwam, net als de grote schrijver, met ‘een bek vol bitterheid’ terug naar Nederland, waar hij uiteindelijk in Clarens, aan het meer van Genève ging wonen. Zijn zoon Henri Roorda woont ook aan dat meer in Lausanne en is leraar wiskunde én publicist. Hij schrijft satirische stukjes in dag- en weekbladen en staat zelfs bekend als de grootste humorist van Franstalig Zwitserland.
Dan lijkt het bijzonder dat iemand tot zelfmoordgedachten komt, daar een niet te zwaar boekje over schrijft en het nog uitvoert ook. Ik verklap weinig als ik zeg dat hij zich op 54-jarige leeftijd met mathematische precisie een kogel door het hart joeg.
Aanvankelijk heeft hij het iets anders voor ogen. Hij wilde dit geschrift eerst Vrolijk pessimisme noemen, maar dat zou potentiële kopers kunnen afschrikken;
‘Mijn zelfmoord’ is vast een aanlokkerlijker titel. Het publiek heeft een uitgesproken voorkeur voor melodrama.
Een reden voor zijn zelfmoord zijn allerlei schulden en hij hoopt met zijn zelfmoord nog wat schulden in te kunnen lossen. Daartoe overweegt hij om zijn vriend Fritz, de baas van het Grand Café, voor te stellen een lezing over dit boekje te houden in zijn café, waarna de auteur na afloop zelfmoord zal plegen. Fritz kan dan hoge toegangsprijzen bedingen, maar de rotzooi na afloop en een verbod bij aanvang door de politie weerhouden hem van dit plan.
Geldgebrek en schuldeisers kunnen een reden zijn voor zelfmoord, maar Roorda ziet ook andere bezwaren aan het leven kleven. Al dat werken, daar zet hij zijn vraagtekens bij. De sleur van het onderwijs, de treurnis van het ouder worden, maar ook zijn persoonlijke visie op het leven speelt een rol. De belofte van het socialisme, overvloed voor allen, vereist nu eenmaal een enorme gemeenschappelijke arbeid;
Terwijl ik juist een maatschappij zou willen waarin corvees tot een minimum beperkt blijven en je elke dag uren overhebt om te beminnen, van je lichaam te genieten en te spelen met je verstand.
Hij concludeert dat duurzaam geluk onmogelijk is en waarom zou men dan voortbestaan? Wat is er begerenswaardig aan de toekomst waar we op afstevenen? We zitten pas op pagina 13 hè.
Roorda vraagt zich nog veel meer af. Wanneer hij ontaard is bijvoorbeeld. God, of ‘De Grote Mecanicien’ is vergeten hem wilskracht te geven om weerstand te beiden aan alle verzoekingen. Hij zoekt de oorzaak dus ook buiten zichzelf;
Ik ben geneigd te denken dat er in mijn inwendige machientje lang geleden een drijfriem is gebroken – de riem die oorspronkelijk de beweging van het radertje gevoel overbracht naar het radertje wil.
Er zijn ook nog onbenoemde redenen die hem tot zijn daad drijven. Hij stelt dat hij onherstelbaar kwaad heeft aangericht en een ziel tot wanhoop heeft gebracht. Hij heeft iets oneindigs kostbaars en unieks kapotgemaakt en een slechte daad begaan die hij niet kan afkopen. Ook daarom legt hij zichzelf de doodstraf op.
Dat lijkt allemaal erg zwaar en is het natuurlijk ook, maar Roorda schrijft het allemaal zo op dat er ook enige lichtheid in zit. Soms vergeet hij zelfs even zijn plannen en heeft hij het over de mooie zaken des levens;
Dan glimlach ik en neurie ik de wijsjes die ik mooi vind. Want er is nog een grote voorraad vrolijkheid in mij. Dat alles vernietigen is verspilling. Spaarzaamheid is nooit mijn sterkste kant geweest.
Hij heeft ook vrienden die hem op andere gedachten willen brengen en hem willen helpen. Hij wijst alles af;
Het vooruitzicht om een leven te moeten herbeginnen dat opnieuw vervuld zou zijn van zorgen en, misschien, vernederingen, trekt mij niet aan. Kennelijk is in mij een wezenlijke drijfveer versleten geraakt.
Als hij dan ook nog verzucht dat de natuur nu eenmaal een kortstondig samenzijn van de geslachten vereist en we allemaal tot eenzaamheid zijn veroordeeld, weten we dat een vrouw ook zijn gemoed niet zal kunnen verlichten. Er zit maar één ding op.
Die onvermijdelijke afloop zorgt voor een klein, maar opmerkelijk boekje. Er is een facsimile van zijn handgeschreven afscheidsbriefje met vertaling in opgenomen en het zal niet verbazen dat Jeroen Brouwers het nawoord verzorgt in deze kleine, maar mooie uitgave.
Vertaling: Rokus Hofstede… (más)