Winter 1937. Betty is een 19-jarige Engelse dame die haar thee drinkt uit kopjes van porselein. Dodge is een Newyorkse persfotograaf die zijn cola drinkt uit het flesje. Ze hebben een pesthekel aan elkaar. Betty is op zoek naar haar biologische vader, de atoomgeleeder Heinrich Von Aschenbach, die op de vlucht is voor de Duitse geheime dienst. Dodge wil dan weer over Heinrich een fotoreportage maken voor de krant. Betty en Dodge vertrekken kibbelend uit New York en volgen Heinrichs spoor naar Québec. Maar hun vliegtuig crasht op een barre ijsvlakte. Betty en dodge zijn op elkaar aangewezen om te overleven in de ondergesneeuwde wildernis van Québec en om Betty's vader te vinden voor de Duitse spionnen dat doen...