PortadaGruposCharlasMásPanorama actual
Buscar en el sitio
Este sitio utiliza cookies para ofrecer nuestros servicios, mejorar el rendimiento, análisis y (si no estás registrado) publicidad. Al usar LibraryThing reconoces que has leído y comprendido nuestros términos de servicio y política de privacidad. El uso del sitio y de los servicios está sujeto a estas políticas y términos.

Resultados de Google Books

Pulse en una miniatura para ir a Google Books.

Cargando...

Islands (2002)

por Dan Sleigh

MiembrosReseñasPopularidadValoración promediaMenciones
270598,084 (3.68)19
Islands covers the first half-century or so of Dutch settlement at the Cape, opening with a view from the inside of a Khoi nation, the Goringhaicona, under the leadership of Autshumao, dubbed 'chief Harry' by early English visitors.
  1. 00
    Kites of Good Fortune por Therese Benade (TessaSlingerland)
    TessaSlingerland: Book about the first years at the new Dutch colony in South Africa in the 17th century.
Ninguno
Cargando...

Inscríbete en LibraryThing para averiguar si este libro te gustará.

Actualmente no hay Conversaciones sobre este libro.

» Ver también 19 menciones

Mostrando 5 de 5
In the last chapter of Islands, Dan Sleigh's epic historical novel about the Cape settlement in South Africa, the nexus between the Dutch economy and its colonial enterprises is made clear:
Every Dutchman who supported the great adventure in the East knew what role the Cape played in the economy of his waterlogged country. They could all recite it like a nursery rhyme: The key to the Dutch economy was the Company, the key to the Company's success was control of the Eastern trade, the key to the Eastern trade was successful shipping, the key to shipping was the Cape replenishment station. (p.695)

But, far away from the Cape in their waterlogged country, those Dutchmen did not know what amateur historian Secretary de Grevenbroek has learned in his long years of service: the key to the Cape replenishment stations was its outposts. And on these outposts were living people, mostly convicts and slaves, who fulfilled the various functions of the refreshment service for the Dutch East India Company.
One provided thatch, another shell lime; one guarded a frontier, another provided transport, or gathered salt, chopped firewood or planted vegetables; another caught fish, yet another transmitted signals. There were a great number of them. [...] They really carried the Company, because without outposts the Cape could not function, without the Cape Batavia could not function, without Batavia the Company was powerless, and so on all the way to the top, where the prince and his advisory council in Holland were carried on a shaky shield. (p.706)

Dan Sleigh, an Afrikaans researcher in the National Archives of South Africa, tells the story of these 17th century island outposts. Covering the Cape's early history in the years 1652 to 1690 and presented in seven long and densely written chapters, seven different voices (all male) are linked together by the tragic story of the first mixed-race child, Eva, whose Koina name was Krotoa, and by her daughter Pieternella. The novel is cited in 1001 Books as a vastly ambitious novel of origins and empire, which explores the clash between colonisers and indigenous populations.
[Pieternella's] life is inextricably linked with the developing Dutch presence at the Cape and the mechanics of the Dutch East India Company, the VOC. Her hybrid experience in the emerging colony, neither entirely African nor Dutch, offers a series of perspectives, and her ultimate fate becomes a powerful metaphor for the fate of the colony itself.

The many characters, all superbly realised, are dwarfed by forces beyond their comprehension or control, taking place across the early modern world.
(1001 Books You Must Read Before You Die, Edited by Peter Boxall, ABC Books, 2006 Edition, ISBN 0780733321214, p 933)

The early chapters depict First Contact not unlike what happened in Australia. On arrival, the strangers seemed benign, and the Koina people were generous and helpful. There were exchanges of goods, though these could not be characterised as barter or trade since the goods were not of equal value. Before long there was unwelcome encroachment, and resistance was dealt with through a combination of violence, imprisonment, forced labour, and toxic gifts of alcohol and tobacco.

Fiscal Deneyn enters the story about half way through. Young, ambitious, and breathtakingly cruel, he soon learns that his education in Holland doesn't seem to be very useful. Because (as in Australia) the legal status of the Indigenous people was a matter of pragmatism, not human rights.

To read the rest of my review please visit https://anzlitlovers.com/2021/11/05/islands-by-dan-sleigh-translated-by-andre-br... ( )
  anzlitlovers | Nov 4, 2021 |
Vond het een buitengewoon boeiend boek. Geeft een goed beeld van de hardheid van het bestaan in een vreemd land, waar niets bekend is, waar mensen gedropt worden met de boodschap van dat lege, woeste land een soort moestuin te maken. De bewoners worden steeds verder teruggedrongen, de levensomstandigheden van ieder zijn hard en zwaar. Als je iets verkeerd doet gaat de aanklacht met een schip mee, soms eerst nog onderweg naarIndie, dan naar Holland waar rijke mannen gaan oordelen en het vonnis mee terug sturen met een schip. Ondretussen zit jij in een gevangenis... ( )
  vuurziel | Jul 4, 2010 |
Het is de roman over zeven mannen, allemaal met hun eigen geschiedenis en levensloop, die de beide vrouwen kenden of gekend hebben, die, als je de roman anders leest, misschien wel de eigenlijke hoofdfiguren van de roman zijn.

Dan is het een roman over twee vrouwen, Krotoa/Eva, kind van de oorspronkelijke bewoners van de Kaap (de Khoi, de Strandlopers), Zuid Afrika, en haar dochter Pieternella, geboren uit haar relatie met een Europeaan, en daarmee de eerste (?) bekende persoon van gemengd bloed, in de tweede helft van de 17e eeuw.

Het is de geschiedenis van de vestiging door van Riebeeck van de eerste verversingspost voor de VOC-schepen op weg naar Indië.

Het is de roman over de hardheid van dagelijkse levens en over het afschrikwekkende geweld dat onderdeel was van dat dagelijkse leven in de 17e eeuw.

Het is de roman over het ontstaan van een nieuwe maatschappij en een nieuwe economie op het grensvlak van twee beschavingen.

Het is een roman die focust op de kleine geschiedenis, dié waarin het individu, zoals een schip op de oceaan, het slachtoffer is van machten waarvan hij nauwelijks iets begrijpt en waarover hij geen controle heeft: hebzucht, onverschilligheid, belangenconflicten, het noodlot en een meedogenloze natuur.

Het is een roman over ‘eilanden’... de oorspronkelijke titel immers van dit boek van Sleigh.
Eilanden spelen een grote rol in het boek: Robbeneiland, Mauritius, Madagascar, Texel en de eilanden van de Oost.
Maar ook sommige figuren uit het boek worden ‘eilanden’ genoemd. Dan wordt gedoeld op hun eenzaamheid of het gebrek aan familiebanden, of vrouwen.
Pieternella noemt Hans Michiel Callenbach (de posthouder) een eiland.

In zijn dankwoord aan het einde van het boek geeft Dan Sleigh een aanwijzing over de betekenis van de titel die hij koos. Hij zegt daar dat hij soms omwille van de lezer feitelijke gegevens heeft veranderd. Hij doet dat om de lezer het inzicht te geven dat geschiedenis een ‘zoektocht is naar overlevenden in de eindeloze ruimte’.

Dan Sleigh roept in zijn boek Stemmen uit zee zeven mannen op die in de tweede helft van de 17e eeuw een rol speelden in het leven van twee vrouwen die leefden in het uiterste zuiden van het Afrikaanse continent: Krotoa/Eva en Pieternella van Meerhof, (1662) de laatste de dochter van Krotoa en van de Deen Peter Havgard (Pieter van de Meerhof).
Het zijn mensen die met elkaar de eerste ‘ontmoeting’ representeren tussen de oorspronkelijke zwarte bewoners van Zuid Afrika en de eerste blanke Westeuropeanen die zich er vestigden.

‘Ontmoeting’ is een wel erg neutrale uitdrukking voor een harde, langdurige, en diep ingrijpende confrontatie tussen mensen van verschillende culturen. Daarbij konden de Westeuropeanen lange tijd hun samenlevingsmodel opleggen aan de Afrikanen en hen de toegang tot hun eigen land en hulpbronnen ontzeggen, als deel van een bewuste strategie om de eigen economische en VOC- en landsbelangen veilig te stellen. Land, vee en daarmee hun waardigheid werd hen ontnomen.
Daarbij laat Dan Sleigh zien hoe de oorspronkelijke bewoners ook wilden hebben wat de Hollanders boden (tabak,sterke drank), en hoe ze soms meenden dat ze beter zouden worden van het contact.

Om te beginnen: de historiciteit van enkele hoofdfiguren uit de roman:

Wat zijn de zogenaamde ‘feiten’ over Krotoa/ Eva?

Ongeveer vier jaar voor de komst van Jan van Riebeeck was het VOC-schip Nieuwe Haerlem vastgelopen op het zand in de Tafelbaai. De bemanningsleden zaten bijna een jaar aan de voet van de Tafelberg te wachten voordat zij werden opgehaald. Vermoedelijk heeft Krotoa in die tijd al wat Nederlands van de gestrande matrozen geleerd. Haar oom Autshumao, of Chief Harry zoals hij zichzelf graag noemde, was trots op haar. Hij bracht zijn tienjarige zusterskind Krotoa naar het Fort van Jan van Riebeeck om daar tegen betaling van tabak, arak en brood op de kindertjes van de Van Riebeecks te passen. Van Jan van Riebeeck weten wij dat Harry vrij snel terzijde werd geschoven en dat Krotoa een belangrijke rol kreeg in de onderhandelingen tussen de Hollanders en de inwoners van de Kaap.

Krotoa kreeg in het Fort de naam Eva en werd zo Hollands mogelijk opgevoed.
In zijn dagboek tekende Van Riebeeck aan dat Krotoa dankbaar was voor het feit dat ze ‘bij de Commandeurs vrouw in huys was opgevoet, de tael geleerd ende oocq ten deele onse Godsdienst etc.’ Enkele dagen voor Van Riebeecks vertrek naar Malacca in 1662 werd Eva in het kerkje in het Fort gedoopt. Daar is zij ook in 1664 getrouwd met Pieter van Meerhoff, een Deense onderchirurgijn in dienst van de VOC. Eva en Pieter hadden drie kinderen samen en woonden enkele jaren op
Robbeneiland waar hij de beheerder was. Begin 1668 werd Van Meerhoff vermoord in Madagascar. Het nieuws bereikte de vereenzaamde Eva maanden later. Zij raakte in alle opzichten aan lager wal en stierf in 1674 op Robbeneiland, verstoten en ellendig. Zij is wel kerkelijk begraven.
‘Stemmen uit zee’ is opgebouwd uit de verhalen van zeven historische figuren.
De afzonderlijke verhalen brengen ons ook over de hele 17e eeuwse wereld, naar de Kaap, naar de plaatsen waar de hoofdpersonen oorspronkelijk vandaan komen: Denemarken, de Nederlanden, Duitsland (dat geteisterd werd door de Dertigjarige oorlog), Mauritius, Madagaskar, Indië, Batavia.
Maar vooral brengen die verhalen ons naar de Kaap van Jan van Riebeeck. Al beginnen de verhalen vóór zijn komst en gaan ze door tot ver na zijn bewindvoerderschap, de gebeurtenissen en besluiten die in zijn tijd genomen zijn werken door in de hele periode die de roman bestrijkt. Voor de VOC was de Kaap een knooppunt tussen Europa en de Oost. In de roman is de Kaap knooppunt voor lotgevallen van mensen en biedt een doorkijkje op de krachten die de loop van de Zuidafrikaanse geschiedenis beheersen, met name de geschiedenis van de apartheid.
Kaap de Goede Hoop
Kaap de Goede Hoop werd al sinds 1616 regelmatig aangedaan door schepen op weg naar de Oost. Een verslag van de overlevenden van het schip Haarlem, dat in 1647 in de Tafelbaai strandde, overtuigde de Heren Zeventien van de mogelijkheden van de Kaap. In 1652 werd aan Jan van Riebeeck de opdracht gegeven om aan Kaap de Goede Hoop een verversingsstation in te richten waar de schepen verse voorraden en water konden innemen. Jan van Riebeeck kwam met drie Oost-Indiëvaarders (de Reiger, de Olifant en de Walvis) en twee jachten (de Goede Hoop en de Drommedaris) met 90 man aan bij Kaap de Goede Hoop. Er verrees een vierkant houten fort dat en in de periode 1666-1674 vervangen werd door een stenen fort met de naam "Goede Hoop". Op de uit- en thuisreis moesten de VOC-schepen daar verplicht aanleggen aan de Kaap. De Kaap was de enige permanente vestiging van de VOC die niet als handelspost fungeerde, maar uitsluitend als verversingsstation en reparatieplaats voor gehavende schepen. De Tafelbaai vormde een natuurlijke haven, ook al konden in de winter zware stormen het binnenlopen van de baai bemoeilijken. De bewindhebbers wilden door de vestiging het aantal doden als gevolg van ziekten op de schepen zoveel mogelijk terugdringen. Er werden moestuinen aangelegd en er werd een klein hospitaal ingericht, maar door de gebrekkige behuizing daarvan was het vooral aan het heilzame klimaat en het verse voedsel te danken dat zieken hier konden genezen.
Sommige VOC-dienaren werden ontslagen van hun dienst voor de Compagnie en mochten zich als zogenaamde 'vrijburgers' vestigen aan de Kaap. Ze kregen een stuk grond toegewezen om groente en fruit te verbouwen en moesten de oogst verkopen aan de schepen in de Tafelbaai tegen prijzen die de Compagnie vaststelde. Sommige vrijburgers kregen toestemming een ambacht uit te oefenen, zolang de Compagnie daar baat bij had. De vrijburgers leverden ook vers voedsel door het houden van varkens, schapen, koeien en kippen en door visvangst. Vee werd ook verkregen door ruilhandel met de Khoi.
De VOC was in eerste instantie niet doelbewust uit op kolonisatie en bemoeide zich nauwelijks met de stammen die verder in het binnenland leefden. Toch groeide de vestiging al snel uit tot een soort kolonie, onder andere doordat na verloop van tijd gezinnen van de vrijburgers naar de Kaap kwamen, evenals zelfstandige particulieren. Ook werd een groot aantal slaven aangevoerd, die voor de vrijburgers moesten werken. Deze slaven werden van Madagascar, uit Mozambique en uit Azië gehaald.
Het gouvernement van de Kaap, dat zetelde in het Kasteel, was over het algemeen uit op een goede verhouding met de Khoi om de handelsbetrekkingen te bevorderen. Daarom verbood de VOC de vrijburgers de Khoi als slaven te gebruiken. Dit standpunt van de VOC nam echter niet weg dat er gouverneurs waren, zoals Simon van der Stel (ca 1693), die zich wel met de interne aangelegenheden van de Khoi bemoeiden, met gewapende conflicten als gevolg.

Eerst over het perspectief van waaruit het boek geschreven is. Het is moeilijk precies aan te geven wie de hoofdpersonen zijn.
Het meest waarschijnlijk is toch dat het de mannen zijn. De vrouwen zijn door het boek heen vaak lange tijd onzichtbaar. Dan is het onduidelijk waar zij zich op dat moment bevinden en hoe het met ze gaat.
Dan Sleigh heeft pas, toen zijn boek bijna klaar was, besloten dat het de klerk De Grevenbroek moet zijn, die de hoofdpersonen introduceert. Pas op bladzijde 605 verschijnt De Grevenbroek echt. Hij schrijft de geschiedenis van de eerste 50 jaar van de Kaapse nederzetting. Volgens het eerste hoofdstuk is de Grevenbroek, eigenlijk degene die zijn eigen verhaal en dat van de andere mannen en van de vrouwen optekent. In feite zijn het de verhalen over de mannen die aan de lezer duidelijk maken hoe het leven van de beide vrouwen gaat.

Autshumao is de oom en ‘voogd’ van Krotoa/Eva, en de leider van een kleine groep Goringhaicona, bewoners van de zuidpunt van Afrika op het moment in de geschiedenis dat de eerste blanken er verschijnen. Autshumao wordt later Chief Harry genoemd en door de Nederlanders uiteindelijk ‘Herrie’. In het boek is hij degene over wiens schouder je het best mee kunt kijken, als je wilt weten hoe de oorspronkelijke bewoners aankeken tegen de Hollanders en de Engelsen die het land binnendrongen en het in bezit namen.
De Goringhaicona vormen één stam binnen de grote groep Koina. En Autshumao is daarom één van de leiders, naast anderen, bijvoorbeeld Oedasoa, een zwager (?) van Eva. De Goringhaicona gaan leven in de duinen, zonder vee, beroofd en berooid.
Vee betekent eten en kleren en medicijnen.
Hij kon geen vet en room in rook op laten stijgen naar Heitsi-Eib’. Er leven dertien mensen. Ze leven van wat de zee brengt en van wat ze in het veld vinden. Soms stranden er boten . Engelse matrozen geven Autshumao kleding en brood in ruil voor een brief die bewaard moest worden. En brandewijn. Hij geeft hen honing, een schildpad, en struisvogelveren. Op een dag zit hij op een boot wanneer die boot wegvaart, naar de Oost. Autshumao leert Engels en noemt zich Chief Harry. Komt terug. Conflicten met andere stammen.
Dan verschijnen de Hollanders. Het schip De Nieuwe Haerlem strandt. Ze leren elkaars taal.

Via Autshumao maken we kennis met Krotoa, Zes jaar op dat moment (waarschijnlijk geboren in 1642) . Zij is het snelst in het leren van het Hollands. Ze helpt de kok.
Misschien geeft hij haar de naam Evaatje, omdat ze meestal naakt liep.

Dan, als Eva 10 of 11 jaar is komt van Riebeeck aan. Die is in 1651 vertrokken uit de haven van Texel. Van Riebeeck gaat bouwen (Fort) en wil schapen en runderen en ossen. Wil dat Eva voor kinderen zorgt, in ruil voor tabak, arak en brood. Goringhaiqua leveren vee aan van Riebeeck . Runderen worden ‘zonder respect’ geslacht, wat een doorn is in het oog van Chief Harry. Koina konden niet met een schop overweg (tuinen voor groente). Krotoa wordt verhuurd in ruil voor eten voor de stam (‘Strandlopers’ of watermen). Krotoa/Eva gaat tolken.
Autshumao blijft naar vee verlangen. Gaat het vragen aan Oedasoa uit de bruidsschat van Krotoa. “Ik ben nu weer een man (nu de Hollander voor ons zorgt) en ik wil een vrouw trouwen. Daarvoor heb ik vee nodig uit Krotoa’s bruidsschat voor de andersmaak zodat ik een vrouw kan zoeken.
Oedasoa zegt: zolang Krotoa bij de Hollander blijft krijgt ze van mij geen andersmaak.
Dan gaat Autshumao het vee van het Fort stelen, doodt de veehoeder, neemt Eva mee, die hevig protesteert en beleeft zijn ‘andersmaak’.
Hij hoopt dat de Hollanders zullen vertrekken wanneer ze beseffen dat de Koina niets zijn zonder vee.
Hij wordt verbannen naar Robbeneiland, ontsnapt er, en wordt ook wel ervandaan gehaald om als vredestichter op te treden. Sterft in eind 1663 of januar 1664, korte tijd voor het huwelijk van Eva en Pieter.

Peter Havgard, een Deense chirurgijn, die wanneer hij in Nederland in dienst treedt van de VOC als zijn naam opgeeft: Pieter van Meerhof.
Pieter, dan 23 jaar, wil naar Indië, naar de Oost, maar belandt in De Kaap. Pieter wordt de man van Krotoa/Eva en de vader van Pieternella.
Peter ontmoet Eva aan de tafel van van Riebeeck. Hij heeft grote belangstelling voor haar.

Van Riebeeck vertelt Peter dat Eva volmaakt onschuldig was aan de roof van het vee door Chief Harry. En ook dat hij het vee voor de 2e keer kocht van de Khoi, betaald met drank en tabak, omdat hij de mensen van hier de smaak van tabak en brandewijn wil bijbrengen.
Hij heeft Chief Harry verbannen naar Robbeneiland
Eva vertelt Peter dat de Koina ‘onze’ beesten wilden stelen. ‘Ons’ is de Compagnie.
Peter gaat regelmatig op expeditie. Hij hoopt daardoor credits te krijgen om naar de Oost te mogen.
Wanneer Van Riebeeck uit wil breiden naar achter de Liesbeeck ontstaat er oorlog tussen Koina en Hollanders. Van Riebeeck begint Eva te wantrouwen. “Het is jouw volk dat het eerst de wapens heeft gegrepen.”
Peter wordt ingeschakeld om Herrie van Robbeneiland te halen om vrede te stichten. Herrie wil echter dat de Hollanders verdwijnen. Noemt Eva de teef van de witman. Wanneer een expeditie uitloopt op een moordpartij op vrouwen en kinderen en Trosoa wordt vermoord, huilt Eva en vertrekt voor een paar maanden naar haar volk. Als ze terugkeert met geschenken van Oedasoa en zegt dat die vrede wil, wordt er een drankorgie aangelegd voor de Koina.
Gogosoa zegt van die dag; Vandaag sterven de Koina.
Eva praat met Pieter over liefde.
Vanaf dat moment wordt Pieter regelmatig op expeditie gestuurd, wat hij heerlijk vindt.
Van Riebeeck vindt echter dat Pieter te veel bij Eva in de buurt is.
Eva is zwanger als hij terugkeert van zijn 2e expeditie (februari 1661). Als Eva’s zwangerschap duidelijk zichtbaar wordt, verkoelt de relatie tussen Eva en Van Riebeeck.
Ze gaat meer drinken. Vloekt ook. Hollandse vrouwen mijden haar. Koina nemen haar kwalijk dat ze de Hollanders helpt en omdat ze een witman heeft. Ze kan geen respect verwachten bij de andersmaak. Ze wordt depressief. Peter kan/wil niets vragen aan Oedasoa (runderen die aan Eva toekomen)
Oktober 1661 Pieternella wordt geboren
Van Riebeeck vindt dat ze moeten worden gedoopt en dat Pieter en Eva moeten trouwen.
Na de 5e expeditie (Monomotapa) is Eva weer zwanger.
Van Riebeeck wordt bevorderd. Overplaatsing naar de Oost. Voor hij vertrekt: doop van Eva en Pieternella.
Eva voelt dat het de wens is van Van Riebeeck en zijn vrouw dat ze zich laat dopen, en dat ze daarmee gedwongen wordt echt toe te treden tot het kamp van de Hollanders, en dat ze van haar eigen mensen afscheid moet nemen.. Haar protest is niet gericht tegen de kerk, maar tegen de manier waarop hun regering wetten maakte en weer teniet deed, al naar gelang het hun uitkwam.
Uiteindelijk wil ze toch wel gedoopt worden.
Van Riebeeck verlaat de Kaap. Eva rouwt. Opvolger heet Wagenaar.
Relatie tussen Eva en Pieter onder druk omdat Pieter steeds weg gaat.
In november 1662 wordt zoon Jakobus geboren.
Ook Pieter wordt soms met de nek aangekeken: “Jij met je Hottentotse”.
Na terugkeer van zijn 7e expeditie (jan. 1664) is Herrie dood. Eva gaat naar Oedasoa om afscheid te nemen maar wordt beschuldigd dat ze alleen komt voor het vee, voor de andersmaak.
Juni 1664 Huwelijk Pieter en Eva.
Dan is er een nieuwe posthouder nodig op Robbeneiland. Pieter stemt toe in de hoop dat het zijn kansen op overplaatsing naar de Oost vergroot. Wagenaar vertrekt zonder dat Pieter dat weet. Pieter moet onderzoek doen naar waterzucht (beri-beri?). Ze blijven 2 jaar op Robbeneiland.
Theuntje (vrouw van Bart Borms) zit daar, veroordeeld wegens laster. Wordt huisgenote, hulp en vriendin. Bart Borms is haar man, die komt haar/hen vaak opzoeken. Worden peetoom en peettante van Pieterneltje en Kobus. Pieter verzwijgt tegenover Eva dat Oedasoa dood is. Eva wil weg van Robbeneiland om haar vee op te eisen bij haar zuster. Daar kunnen we van leven!
Opvolger van Wagenaar is Quaelberg. Ontbiedt Pieter, wil dat hij naar ‘het oosten’ gaat, om slaven te halen. Eva verzet zich heftig. “De zee is jullie hoer”. Peter slaat haar bewusteloos. Hij vertrekt (1667). Draagt zorg voor de kinderen over aan Bart en Theuntje. Slaaf Jan Vos komt erbij. Nieuwe posthouder is Hans Michiel Callenbach.
Pieter geniet van de zeereis. Vergeet de Kaap. Geniet van Mauritius. Komt op Madagascar. Schipper wil matrozen vrouwen ‘geven’. Pieter waarschuwt voor Franse ziekte. Verkrachtingen. Pieter had 16 vrouwen gekocht.
1667. Op het strand van Madagascar wordt hij van achteren neergeslagen en vermoord.

De visser Bart Borms uit Woerden, die in 1663 in de Kaap aankomt na een lang verblijf op Mauritius, waar hij na een schipbreuk op reis vanuit de Oost, Batavia aangespoeld was.
In de Kaap leert hij Barbertje Geens kennen, die er een herberg drijft. Via haar gaat hij werken bij Tielman en z’n vrouw Mayke. Daar komt op een dag een Koina vrouw aanlopen met een kind op haar rug: Eva en Pieterneltje. Hij leert bij een bruiloft Theuntje kennen. Bij de bruiloft ontstaat een steekpartij waar de chirurgijn Pieter van Meerhof de gewonden verbindt. Theuntje en Bart trouwen. Theuntje wordt niet zwanger, is jaloers op een vrouw die wel zwanger wordt, wordt aangeklaagd wegens laster, en verbannen naar Robbeneiland. Bart bezoekt haar daar en ontdekt dat de Koinavrouw, Eva, de vrouw is van de nieuwe posthouder Pieter, de chirurgijn.
Na vrijlating Theuntje bezoekt Bart (hij is visser, heeft dus een boot) het Robbeneiland vaak, ook vanwege de kinderen van Eva en Pieter. De zaken gaan hem goed. Hij koopt een slaaf: Jan Vos. Doet de slaaf over aan Pieter, als Pieter naar zee gaat. Dan vertrekt Bart met Theuntje naar Mauritius (na zeven jaar).

Hans Michiel Callenbach, geboren in 1646, bij Lüneburg. Wees. Wil soldaat worden en leert alles over paarden. Moet met gevangenen naar zee lopen om hen daar als galeislaaf af te leveren. De gevangenen ontsnappen. Hij komt via een ‘zielverkoper’ aan boord van een schip waarmee hij in 1664 binnen loopt in De Kaap. Hij wordt na een verblijf van 2 jaar op de buitenpost Keert de Koe overgeplaatst naar Robbeneiland, waar hij opvolger wordt van de posthouder Pieter van Meerhof die naar Madagascar gestuurd wordt. Eva en de kinderen en slaaf Jan Vos zijn daar. Een 3e kind wordt geboren (Salomon?) met hulp van Hans Michiel. Bart Borms komt met geschenken voor Eva (van haar volk). Bart wil de kinderen meenemen voor Theuntje. Hans Michiel hoort op het Fort dat Pieter dood is op Madagascar. Moet het aan Eva vertellen. Ze kermt.
Hij heeft zorg voor de kinderen. Deelt die met Jan Vos.
Vertrekt. Terug naar Keert de Koe. Hoort dat Eva hoer speelt in het taphuis.
Hans Michiel wordt naar Robbeneiland gestuurd om het eiland voor te bereiden op een landing daar door de Fransen. Op de boot: Eva en de kinderen. Verbannen wegens aanstootgevend gedrag. Ze verwaarloost de kinderen. Eva ziek, grijs, alcoholiste.
Als hij later, na een bevordering tot sergeant, in het Fort hoort dat Eva en de kinderen wel aan de wal zijn, maar ‘zoek’ gaat hij hen, ’s nachts buiten het Fort, zoeken. Wat niet toegestaan is. Hij wordt ontslagen uit dienst van de Compagnie. Terug naar zee, naar Holland, naar Duitsland. Iedereen die hij kent daar is gestorven. Alleen op de wereld (‘eiland-thema’). Neemt dienst in het leger van de Prins. Daar ontmoet hij Willem Willemsz, de Lierman van De Kaap. Die is verbannen omdat hij een Hottentot heeft doodgeschoten. Eva en de kinderen zouden, volgens hem, bij de Hottentotten zijn gaan wonen.
Hij trekt rond met het leger van de prins (ziet tijdens een verblijf in Delft kratten met levende planten uit de Kaap, bestemd voor het herbarium van de universiteit).

Willem van Oranje, geboren te Den Haag op 14 november 1650, was de zoon van stadhouder Willem II en Maria Stuart I, dochter van Engelse koning Karel I. Willem III stond bekend als een koud en berekenend man, maar hij was een bekwaam veldheer en diplomaat. Zijn regeringsperiode is van groot belang geweest voor de monarchie.
In het rampjaar 1672 verklaart Engeland de Republiek der 7 provinciën de oorlog. In april doen Frankrijk Munster en Keulen hetzelfde. Er was behoefte aan een sterk militair leider. Daarom wordt in juli van 1672 prins Willem tot stadhouder benoemd waarmee er een einde aan het eerste stadhouderloze tijdperk komt. Willem bevecht de Fransen met veel succes. Dit resulteert in vredesvoorstellen van koning Lodewijk XIV die echter niet geaccepteerd worden door prins Willem en de Staten Generaal. Er is veel beroering onder het Nederlandse volk. Oranje voert de boventoon weer en degenen die niets of weinig met de Oranjes ophebben, moeten het ontgelden. Zo worden op 20 augustus 1672 raadspensionaris Johan de Witt (die toen zijn ambt al had neergelegd) en zijn broer Cornelis, gelyncht door een woedende menigte bij de Gevangenpoort in Den Haag. De gebroeders De Witt werden beschuldigd van hoogverraad jegens Prins Willem.
Op 19 februari 1674 wordt de vrede getekend met Engeland (vrede van Westminster). De oorlog wordt te duur voor Engeland en de regering trekt er geen geld meer voor uit. Op 22 april 1674 wordt de vrede met Munster getekend. Op 11 mei 1674 de vrede met Keulen. Alleen Frankrijk zet de strijd nog voort.

1678 De Engelsen verslagen. Hans Michiel naar Amsterdam, waar hij tekent voor De Kaap. In maart komt hij er aan. Informeert naar Eva: die is dood, overleden aan de drank, straathoer. Wat er met de kinderen is gebeurd is onduidelijk. Hij wordt weer posthouder op Robbeneiland (‘erin geluisd’, omdat hij hoopte zo ooit in De Oost te komen).

Deneyn, jurist, advocaat, had in leiden gestudeerd, was naar de Kaap gestuurd als fiscaal. Zijn eerste zaak was tegen Willem Willemsz (die Hans Michiel tegenkwam in het leger van de prins in Holland).
Deneyn probeert de VOC wettelijk eigenaar van de grond van de Kaap te maken, eigendomsakten op te stellen. De Koina vormden een juridisch probleem: ze waren onderdanen van de VOC, maar in andere zin niet. Ook Eva ‘een interessante uitzondering’: Hottentots maar christelijk gedoopt en getrouwd. Eigenlijk mochten haar Nederlandse kinderen haar verbanning naar Robbeneiland niet delen.
p. 353 “Inlanders het die voorkoms van redelike wesens en het gevolglik ’n redelike siel, maar ek is onseker of die beginselen van die volkereg op hulle van toepassing is.”
Een andere zaak was die van de aanhouding van de drie kinderen van Eva, ‘christenkinderen’ op Robbeneiland. In maart 1669 waren zij en hun moeder erheen verbannen (door commandeur Borghorst).
Korte geschiedenis van Eva (toen 30 jaar oud) en de kinderen en slaaf Jan Vos op pag. 355. Pieternella, Jakobus (1664), Salomon (1666). Meer dan een jaar na de dood van haar man werd Hieronymus geboren (buitenechtelijk – vader onbekend. Kind sterft een jaar na de geboorte).
Deneyn naar Robbeneiland. Kinderen gedragen zich als dieren. Schrikachtig. Ze schrijven en tekenen op de muren van de steengroeve. “Moeder ziek”. Jan Vos ‘zorgt voor de kinderen’.
Kinderen en Jan Vos worden weggehaald van eiland. Worden ondergebracht bij Lange gert = Gerrit van der Byl, timmerman, en zijn vrouw Sofia en hun zoon Pieter. Pieternella en Salomon gaan naar school van de Compagnie.
Deneyn legt Pieternella de (financiële) zaken van haar en haar moeder en broers uit.
Jakobus (epilepsie) moet in de leer bij schoenmaker.
Pieternella ziet de aankomst van de commandeur van Mauritius (Hubert Hugo, ex-zeerover en zijn dochter Mary)
p. 375: “Jij hebt een wet voor ons arme mensen en een andere wet voor de rijken”.
Deneyn heeft een oogje op Pieternella.
Mary Hugo gaat (met haar vader) naar Mauritius waar Bart en Theuntje ook zijn.
Deneyn met Pieternella en Salomon naar Robbeneiland om Eva te zien. Eva waterzucht, en 8 à 9 maanden zwanger. Eind september (1672?) wordt Anthonie Evasz geboren (blind).
1673 Willem Willemsz keert terug uit Nederland, met amnestie-verklaring voor de moord op de Hottentot. Gouverneur Goske zeer bruut en wreed, oorlogszuchtig. Wil Khoina uitroeien, en zoekt voorwendsels.
Deneyn bestudeert voortdurend zijn Hollandse juridische naslagwerken, maar constateert dat hij er in de Kaap niets aan heeft. Hij twijfelt aan zijn eigen rechtspraak.
(Kwestie rond Mary Hugo, die verliefd was op Philipe Col op Mauritius, maar door haar vader van hem weggehouden wordt. Col gegeseld en gebrandmerkt. Mary vraagt Deneyn Col te ontbieden naar de Kaap, om hem te redden van haar vader. Zelf gaat ze naar Batavia. Getuigen a decharge voor Col: Frooij zegt: “De vader van Mary wilde rechter spelen over twee verliefden. Dat deugt niet”). Aanklacht sodomie tegen Frooij.
Deneyn met chirurgijn naar Robbeneiland om Eva te behandelen. De nieuwe posthouder daar vertelt dat Eva dood is gevonden bij Soutklip in een kuil zeewater. Ze wordt begraven op de wal onder de vloer van de Ark in het Fort. De kinderen zijn er bij. Jongste kind Anthonie wordt ondergebracht bij iemand anders.
Slaaf Jan Vos sterft. Pieternella rouwt.
Pieternella zegt tegen Deneyn: “je hebt bloed aan je handen”. Deneyn: “ik doe mijn plicht’. Deneyn legt Pieternella de oorlog uit. “Kasteel de Goede Hoop is het voorste fort van Oost Indië.”
Deneyn gaat vaak wandelen met Pieternella, Salomon chaperonneert haar.
p. 451 Pieternella zegt: ‘Hans Michiel is een eiland’ (eiland-thema). Pieter van der Byl heeft Pieternella gezoend.

Mayke leest Deneyn de les over dubbele moraal. Uiteindelijk wordt Deneyn door gouverneur Bax naar Batavia gestuurd. (“jij ziet geen verschil tussen geweld en recht”)

Daniël Zaaiman
Uit Vlissingen. Binnenvaart. Kuiper. Man van Pieternella. Is vanuit Holland 4x in de Oost geweest. Op Mauritius gebleven..
1676 Komt met Bart Borms en Theuntje uit Mauritius naar de Kaap om te klagen bij gouverneur Bax over brute optreden van Hubert Hugo. Hugo heeft slaaf van Bart opgehangen en grond afgepakt en onschuldige matroos laten doodschieten.
Bart en Theuntje vrienden van Barbertje Geens. Daniel en Bart en Theuntje eten bij Barbertje. Theuntje vraagt naar Eva en de kinderen. Eva is al een paar jaar dood. “De kinderen zijn hier. De kerk zorgt voor hen”.
Bart wil vrouw zoeken voor Daniël.
Barbertje en Daniël willen elkaars verhalen horen (B over de Oost). Barbertje ‘ik ben te oud voor jou’. Ik zal je voorstellen aan Pieternel van Meerhof.
Hij wordt visser. Op een dag is Pieternel met haar broer in Barbertje’s huis. Bart en Theuntje dolblij met de ontmoeting. Daniël en Pieternel worden voorgesteld. Bart en Theuntje willen Pieternella en Salomon graag meenemen naar Mauritius. Vragen toestemming aan Lang Gert en Sofia (die P. ziet als een bedreiging voor haar zoon Pieter – “P’nella is te mooi geworden – de enige reden is dat zij een halfbloed is. Of mijn zoon haar in de problemen brengt of dat ze in alle eerbaarheid met elkaar trouwen, maakt geen verschil. Mijn vrouw en ik zijn bang voor wat er in onze familie kan gebeuren. Vroeg of laat komt er een kleintje met de eigenschappen van de voorouders. Ik heb het nu over Eva”).
Schip met Lamotius aan boord komt langs varen. Is de nieuwe opper van Mauritius. Blijft een paar weken op de Kaap.
Daniël gaat naar het huis van Lang Gert en Sofia om met Pieternel te kunnen wandelen. Ze lopen o.a. langs het kerkhof waar Jan Vos begraven ligt: “hij heeft ons groot gebracht”. Ontmoeten een paar Koina , wiens taal ze nog een beetje spreken. P. vertelt dat hun moeder haar laatste jaren alleen nog Koina met hen wilde spreken.
Bart en Daniël vertellen Lamotius over Mauritius, over Sven Telleson en over Hugo. Gouverneur Bax bezorgd of de Koi-familieleden van P’nella en haar broer bezwaar zullen hebben tegen vertrek van hun familieleden naar Mauritius.
Uiteindelijk verterekken Daniël en Bart en Theuntje met Pieternella en Salomon. Lamotius en zijn vrouw en dochtertje ook aan boord. Ook 2 gevangenen : Willem Willemsz en Mayke Tielman = tante Mayke(Bootsman Lubbert daagt hem uit met een touw – tot agressie). Ze komen aan. Sven is loods. Als ze binnenvaren vraagt Daniël Pieternella met hem te trouwen. Ze stemt toe.
Hugo nog op Mauritius. Dochter Mary in Batavia.
Daniël helpt Pieternella het eiland verkennen. Ze gaan in ondertrouw, Sven stelt zich voor a. P. Daniël bouwt huis, vlak voor de bruiloft.
Ze trouwen, voor Lamotius. Feest. Bootsman Lubbert (met zweep) was er. Die wil P zoenen. Daniël verhindert dat. Pieternella nerveus, angstig, voelt zich bekeken. Zoon van Hugo komt ook gelukwensen, vertrekt morgen naar Batavia.
Daniël was mee verantwoordelijk voor het omkomen van opper Wreede (voorganger van Hugo), door manoeuvre met een binnenvarende boot, die omsloeg.
Sven kwam steeds om Pieternella te zien. Hij had Peter Havgard gekend van een zeereis. Willem Lierman krijgt een plek op het eiland. Mayke in de tuin bij de Losie.
Lamotius laat zaagmolen bouwen in beek. Met hulp van Daniël.
Pieternella raakt bevriend met de vrouw van Lamotius. Sven Telleson cynisch over Lamotius’zaagmolen.
Brand in Losie. Vrouw en kind van Lamotius komen om.
Steekpartij Daniël – Lubbert. Lubbert komt om.
1691 Pieternella bevalt van een dochter Catharina
Salomon sterft aan malaria.
Sven komt terug uit de Kaap met een vrouw Griet. Ongelukkig. Drinkt arak
Hij sterft in een hangmat in het huis van Pieternella en Daniël.
1685 Broer Kobus komt aan op Mauritius.
Geboren Pieter
Daniël
Magdalena
Eva
Johannes
Salomon
Maria
Christiaan

Johannes Guilelmus de Grevenbroek. De klerk.
Ook een historische figuur.
Vanaf zijn aankomst in de Kaap in 1684 stelde Van Grevenbroek belang in de oorspronkelijke bevol­king daar, de Khoi, of Hottentotten, zoals zij door de kolonisten genoemd werden. Hij wordt wegens zijn talenkennis aangesteld als klerk in het secretariaat van Simon van der Stel.
Van hem is bekend dat hij een veel gunstiger mening had over de Khoi en dat hij ernstige kritiek had op de handelwijze van de Compagnie ten opzichte van de oorspronkelijke bewoners van de weidegronden aan de oever van de Rivier (de Liesbeeck?). Het vermoeden rees bij hem dat de inboorlingen opzerttelijk verslaafd waren gemaakt aan drank en tabak om hun vee goedkoop in handen te krijgen.
Hij doet kennis op over de buitenposten en hun functie voor de verversingsdienst, en realiseert zich dat zij de Compagnie droegen, want zonder buitenposten kon de Kaap niet functioneren, zonder de Kaap kon Batavia niet werken, zonder Batavia was de Compagnie hulpeloos en zo door tot het hoogste niveau, de prins en zijn raad van advies die in Nederland op een wankel schild werden gedragen.
Opper Lamotte van Mauritius stuurde zaden en planten en er werden insecten en kevers verzameld voor de Hortus in Leiden. Bovendien belangstelling voor medicinale planten die de inboorlingen gebruikten.
Van Pieter Zaaijman, een zoon van Pieternella en Daniël hoort De Grevenbroek hoe het hen vergaan is, nadat Mauritius gesloten werd en ontruimd. Ze zijn teruggekeerd naar de Kaap, verarmden, en moesten hun slaven verkopen. Werden met de nek aangekeken (Pieternella met name: ‘halfbloed, bastaard, wasmeid’) . Uiteindelijk kwamen met het wasgoed van de schepen uit de oost (dat door Pieternella gewassen zou worden) de pokken het land binnen. Ze sterven aan de pokken.
  ChristelT | Dec 28, 2008 |
Interessant thema, maar wat zwaar uitgewerkt; kon mij niet tot het einde boeien ( )
  Fons58 | Jul 27, 2008 |
Mostrando 5 de 5
sin reseñas | añadir una reseña
Debes iniciar sesión para editar los datos de Conocimiento Común.
Para más ayuda, consulta la página de ayuda de Conocimiento Común.
Título canónico
Información procedente del conocimiento común inglés. Edita para encontrar en tu idioma.
Título original
Títulos alternativos
Información procedente del conocimiento común inglés. Edita para encontrar en tu idioma.
Fecha de publicación original
Personas/Personajes
Información procedente del conocimiento común inglés. Edita para encontrar en tu idioma.
Lugares importantes
Información procedente del conocimiento común inglés. Edita para encontrar en tu idioma.
Acontecimientos importantes
Películas relacionadas
Epígrafe
Dedicatoria
Primeras palabras
Información procedente del conocimiento común inglés. Edita para encontrar en tu idioma.
One red dawn, ten or twelve years before the Dutchman started building this place, Autshumao became leader of the Goringhaicona.
Citas
Últimas palabras
Aviso de desambiguación
Editores de la editorial
Blurbistas
Idioma original
DDC/MDS Canónico
LCC canónico

Referencias a esta obra en fuentes externas.

Wikipedia en inglés (1)

Islands covers the first half-century or so of Dutch settlement at the Cape, opening with a view from the inside of a Khoi nation, the Goringhaicona, under the leadership of Autshumao, dubbed 'chief Harry' by early English visitors.

No se han encontrado descripciones de biblioteca.

Descripción del libro
Resumen Haiku

Debates activos

Ninguno

Cubiertas populares

Enlaces rápidos

Valoración

Promedio: (3.68)
0.5 1
1
1.5
2 2
2.5 1
3 9
3.5
4 10
4.5
5 8

¿Eres tú?

Conviértete en un Autor de LibraryThing.

 

Acerca de | Contactar | LibraryThing.com | Privacidad/Condiciones | Ayuda/Preguntas frecuentes | Blog | Tienda | APIs | TinyCat | Bibliotecas heredadas | Primeros reseñadores | Conocimiento común | 204,418,289 libros! | Barra superior: Siempre visible