De redacteur van het weekblad Humo heeft 111 van de ongeveer 300 brieven die Grunberg tussen 2001 en 2007 wekelijks in het blad geschreven heeft, gebundeld. De brieven zijn nooit verstuurd. Ze zijn gericht aan familieleden, vrienden, schrijvers en politici, levenden en doden. Zoals een brief aan zijn nichtje van dertien die hij ten huwelijk vraagt om haar te redden uit de strenge kibboets waar zij woont. De brieven zijn bijtend, provocerend en kraken mensen af.
“Lieve mama, Verder heb ik me erbij neergelegd dat jij je tot het einde der tijden met mijn privéleven zult bemoeien en dat dit privéleven zelden tot nooit jouw goedkeuring zal wegdragen”
In het nawoord wordt een vergelijking gemaakt met het personage Herzog van Saul Bellow die ook talloze brieven schreef die hij nooit verstuurde. De bundeling van columns is aangevuld met noten aan het einde van het boek. Aan te raden voor wie iets meer over het leven van de auteur wil vernemen. ( )