PortadaGruposCharlasMásPanorama actual
Buscar en el sitio
Este sitio utiliza cookies para ofrecer nuestros servicios, mejorar el rendimiento, análisis y (si no estás registrado) publicidad. Al usar LibraryThing reconoces que has leído y comprendido nuestros términos de servicio y política de privacidad. El uso del sitio y de los servicios está sujeto a estas políticas y términos.

Resultados de Google Books

Pulse en una miniatura para ir a Google Books.

Cargando...

The Master Letters of Emily Dickinson

por Emily Dickinson

MiembrosReseñasPopularidadValoración promediaMenciones
691381,277 (4.14)1
Originally published for the centennial of Emily Dickinson's death in 1886, contains the drafts of three letters to a person Emily addresses as 'Master,' accompanied by an introduction and comments by the noted Dickinson manuscript scholar, R. W. Franklin.
Ninguno
Cargando...

Inscríbete en LibraryThing para averiguar si este libro te gustará.

Actualmente no hay Conversaciones sobre este libro.

» Ver también 1 mención

Van de dichteres zijn ook veel brieven bewaard gebleven, gesteld in een zeer eigenzinnig, persoonlijk idioom dat zich als poezie laat lezen. Drie brieven zijn nu zorgvuldig vertaald door Louise van Santen, die ook de vertaalster is van Gedichten van Emily Dickinson (1986). Het zijn hartstochtelijke liefdesbrieven, gericht aan een man die zij 'Meester' noemde en wellicht nooit verstuurd. De identiteit van de Meester is nooit opgehelderd.
In Amerika worden deze drie brieven ‘The Master letters’ genoemd. In deze brieven richt Emily Dickinson zich tot een man die zij met ‘Master’ aanspreekt.

Louise van Santen:
Ondanks het vele speurwerk van de laatste tientallen jaren blijft het een mysterie wie deze ‘Master’ is geweest. Aanvankelijk, voordat men had vastgesteld dat de brieven dateren uit 1858 en 1861, deed men wilde gissingen en dacht men verschillende kandidaten te hebben.

T.W. Higginson, redacteur van de Atlantic Monthly. De correspondentie met hem begon echter pas na zijn oproep in dit blad (‘Letter to a young contributor’ in 1862), een oproep aan jonge dichters hun nog ongepubliceerde werk in te zenden.
Rechter Otis Lord, maar de liefde van Emily Dickinson voor hem is van veel later datum, te weten 1878.
Dominee Charles Wadsworth. Het is niet bekend wanneer de correspondentie met hem begon; wel is bekend dat Charles Wadsworth ED in 1860 bezocht. Toch is er geen enkele aanwijzing dat ED hem met ‘Meester’ aansprak.
Samuel Bowles, een vriend van haar broer en uitgever van de Springfield Republican. Bowles was een goed journalist, maar hij had weinig gevoel voor de ingetogen poëzie van ED. Desondanks zond zij hem in de loop der jaren vijftig gedichten. Zes daarvan werden — weliswaar anoniem — gepubliceerd in de Springfield Republican. Vijfendertig brieven van Emily Dickinson aan Bowles zijn boven water gekomen. Het is zeker dat zij lange tijd verliefd op hem is geweest.
Al met al wordt Samuel Bowles de meest waarschijnlijke kandidaat als ontvanger van de ‘Meester’ brieven geacht; toch is ook hier geen enkel concreet bewijs voor te vinden.
De identiteit van de ‘Meester’ is nog altijd een mysterie. De kans dat dit ooit zal worden onthuld, is intussen uiterst klein geworden.

Het staat niet onomstotelijk vast dat de ‘Meester’ brieven werkelijk verzonden zijn; het is echter zeer waarschijnlijk, daar — voor zover bekend — Emily Dickinson nooit fictieve brieven schreef. Men neemt aan dat deze brieven een onderdeel zijn van een langdurige schriftelijke relatie en dat ze een deel vormen van een uitgebreide correspondentie die helaas verloren is gegaan.

Na de dood van Emily Dickinson — op 15 mei 1886 — vond haar zuster Lavinia in de bovenste lade van een ladenkast bijna tweeduizend gedichten en een correspondentie die bestond uit duizenden brieven die ED had ontvangen alsmede de vele ‘kladjes’ van brieven die zij had geschreven. Lavinia besloot dat de gedichten van haar geliefde zuster bewaard moesten blijven, maar dat de brieven en kladjes moesten worden vernietigd. Dat besluit bracht zij onmiddellijk ten uitvoer: zij verbrandde alle brieven. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de drie ‘Meester’ brieven gespaard gebleven doordat ze verdwaald waren tussen de gedichten.

De chronologische rangschikking van ED’s gedichten en brieven — die zelden van een datum waren voorzien — werd na jarenlange intensieve studie van haar handschrift vastgesteld.
Hoewel de stijl en het idioom vrijwel gelijk bleven gedurende de dertig jaar dat zij schreef, heeft haar handschrift opmerkelijke veranderingen ondergaan. Een van de meest in het oog springende veranderingen is het al dan niet verbinden van de letters. Tot 1861 schreef ED de letter ‘t’ in het woord ‘the’ volkomen separaat. Daarna volgde een korte periode waarin zij ‘the’ op verschillende manieren schreef — vaak in één brief — en vanaf 1861 was er maar één schrijfwijze: verbonden.

Uit deze — en dergelijke — veranderingen in haar handschrift, en aan de hand van de weinige gedateerde documenten plus de feitelijke gebeurtenissen waarvan de data bekend waren, heeft men uiteindelijk een chronologische orde gebracht in haar geschriften.

Een groot probleem bij het ordenen van ED’s nagelaten papieren was het feit dat er bijna zestig (!) jaren waren verstreken voordat men aan een werkelijk onderzoek kon beginnen. In de eerste jaren na haar dood werden een paar honderd gedichten gepubliceerd, de rest van haar omvangrijke oeuvre heeft meer dan een halve eeuw in de kast gelegen.

Lavinia had na de dood van haar zuster de hulp ingeroepen van de jonge, begaafde dichteres/schilderes Mabel Todd (zij is zeventien jaar lang — tot aan zijn dood — de minnares geweest van Austin Dickinson). Deze vrouw verklaarde zich bereid de bijna onmogelijke en zeer tijdrovende taak op zich te nemen van het kopiëren en ordenen.

Aanvankelijk schreef Mabel Todd regel voor regel, gedicht na gedicht over met pen en inkt. Toen echter David Peck Todd, haar echtgenoot en hoogleraar in de astronomie en navigatie aan Amherst College, de opdracht kreeg een lange studiereis te maken, moest zij hem vergezellen. Noodgedwongen staakte zij haar arbeid voor een tijd. Zij vond een jonge vrouw in Amherst, Harriet Graves, die haar taak over wilde nemen. Vijf maanden lang werkte Harriet Graves aan de gedichten; vijf maanden lang had Mabel Todd nodig om het werk van miss Graves weer te corrigeren.

Nadat zij een paar honderd gedichten met de hand had overgeschreven, schafte Mabel Todd zich — in 1888 — een schrijfmachine aan, een ‘Hammond’, die wel beschikte over twee soorten lint (paars en zwart), maar geen komma, puntkomma, dubbele punt of gedachtenstreepjes had.

Toen de Hammond onherstelbaar defect raakte, kocht Mabel een ‘World’: de enige schrijfmachine die zij kon bemachtigen. Die was jammer genoeg nog primitiever dan de Hammond en had alleen hoofdletters!

Ondanks Mabel Todd’s liefde en eerbied voor de teksten van Emily Dickinson en ondanks haar ijver en nauwgezetheid kwamen de gekopieerde teksten toch verminkt over. Juist het eigenzinnige gebruik van hoofdletters en het eigen gebruik van interpunctie maken ED’s werk zo fascinerend.

Mabel Todd begon nu ook — op verzoek van Lavinia — brieven te kopiëren, die intussen waren teruggehaald van de ontvangers die ze liefdevol hadden bewaard. Dit alles nam vele jaren in beslag. Toen — in 1895 — Austin Dickinson stierf, was slechts een klein gedeelte van ED’s werk gekopieerd.

Gedurende de zeventien jaren die hun verhouding duurde, had Austin vele malen, mondeling zowel als schriftelijk, aan Mabel beloofd haar in zijn testament op te nemen. Mabel zou van hem een stuk grond erven. Na Austins dood bleek echter dat er niets contractueel was vastgelegd. De familie betwistte Mabel de haar toebedachte erfenis. Zeer verbolgen over dit feit, staakte Mabel het kopieerwerk en ze deponeerde de haar toevertrouwde manuscripten in een doos. In deze doos bleven ze tot lang na haar dood in 1932 onaangeroerd liggen!

Een deel van de manuscripten werd in 1950 verkocht aan Boston Harvard University, het resterende deel werd in 1956 aan Amherst College geschonken.

Dit alles verklaart het feit dat pas meer dan vijftig jaar na haar dood een aanvang kon worden gemaakt met het bestuderen van de geschriften van Emily Dickinson. De eerste volledige collectie gedichten, samengesteld door Thomas H. Johnsons, verscheen pas in 1955.

De drie teruggevonden brieven dateren uit 1858 en 1861. In de eerste brief, van 1858, die zij schreef nadat zowel zijzelf als de ‘Meester’ ziek was geweest, reageert zij op zijn initiatief, na een lange periode van zwijgen. De toon is een beetje afstandelijk, maar respectvol en hoffelijk. De brief handelt voornamelijk over zijn gezondheid en haar bezorgdheid daarover; zoals altijd was zij begaan met het welzijn van ieder van wie zij hield.

De andere brieven — beide uit 1861 — vormen een contrast met de eerste. Eén daarvan schrijft ED na een ‘openbaring’ of ‘intuïtie’ waaruit zij begrijpt dat hij beledigd is, of in ieder geval gegriefd.
De laatste brief is een antwoord op zijn ongeloof aangaande haar gevoelens.
In beide brieven verdedigt de schrijfster zich en geeft zij beschouwingen over hun lange vriendschap. Ook verzekert zij de ‘Meester’ van haar trouwen zij smeekt hem haar te ontmoeten.

Alle drie de brieven staan vol metaforen en hebben een voelbaar ritme; ze lezen als poëzie. Het is duidelijk dat de brieven met een zelfde intensiteit en poëtische noodzaak zijn geschreven als haar gedichten.

Tijdens mijn bezoeken aan Amherst en aan de bibliotheek in Boston, waar de documenten van Emily Dickinson worden bewaard, heb ik een studie mogen maken van haar manuscripten. Al deze geschriften hebben een indringende kracht door het persoonlijke van haar handschrift.
Het voelen van het papier tussen je vingers en het kijken naar het handschrift tijdens het lezen van de inhoud geven de impressie dat al deze documenten persoonlijk tot jou zijn gericht.
Het is tegelijkertijd opwindend, levend en tijdloos.
  bellettrie | Jun 22, 2015 |
sin reseñas | añadir una reseña
Debes iniciar sesión para editar los datos de Conocimiento Común.
Para más ayuda, consulta la página de ayuda de Conocimiento Común.
Título canónico
Título original
Títulos alternativos
Fecha de publicación original
Personas/Personajes
Lugares importantes
Acontecimientos importantes
Películas relacionadas
Epígrafe
Dedicatoria
Primeras palabras
Citas
Últimas palabras
Aviso de desambiguación
Editores de la editorial
Blurbistas
Idioma original
DDC/MDS Canónico
LCC canónico

Referencias a esta obra en fuentes externas.

Wikipedia en inglés

Ninguno

Originally published for the centennial of Emily Dickinson's death in 1886, contains the drafts of three letters to a person Emily addresses as 'Master,' accompanied by an introduction and comments by the noted Dickinson manuscript scholar, R. W. Franklin.

No se han encontrado descripciones de biblioteca.

Descripción del libro
Resumen Haiku

Biblioteca heredada: Emily Dickinson

Emily Dickinson tiene una Biblioteca heredada. Las Bibliotecas heredadas son bibliotecas personales de lectores famosos que han sido compiladas por miembros de Librarything pertenecientes al grupo Bibliotecas heredadas.

Ver el perfil heredado de Emily Dickinson.

Ver la página de autor de Emily Dickinson.

Debates activos

Ninguno

Cubiertas populares

Enlaces rápidos

Valoración

Promedio: (4.14)
0.5
1
1.5
2
2.5
3 1
3.5
4 4
4.5
5 2

 

Acerca de | Contactar | LibraryThing.com | Privacidad/Condiciones | Ayuda/Preguntas frecuentes | Blog | Tienda | APIs | TinyCat | Bibliotecas heredadas | Primeros reseñadores | Conocimiento común | 203,209,175 libros! | Barra superior: Siempre visible