P. J. A. N. Rietbergen
Autor de Short History Of The Netherlands
Sobre El Autor
Series
Obras de P. J. A. N. Rietbergen
De eerste landvoogd Pieter Both (1568-1615) : gouverneur-generaal van Nederlands Indië (1609-1614). Dl. 2 (1987) 7 copias
Stadhouders & Koningen Der Nederlanden: de Oranjes en de Nederlanders (Miniaturen reeks (18)) (2008) 4 copias
De Verenigde Oost-Indische Compagnie 1602-1795 's werelds eerste multinational tussen commercie en cultuur (2012) 2 copias
Etiquetado
Conocimiento común
- Nombre canónico
- Rietbergen, P. J. A. N.
- Nombre legal
- Rietbergen, Petrus Johannes Antonius Nicolaas
- Fecha de nacimiento
- 1950
- Género
- male
- Nacionalidad
- Nederland
- Educación
- Catholic University Nijmegen (MA History)
- Ocupaciones
- lecturer (Radboud University Nijmegen)
Miembros
Reseñas
También Puede Gustarte
Estadísticas
- Obras
- 21
- Miembros
- 186
- Popularidad
- #116,758
- Valoración
- 3.0
- Reseñas
- 4
- ISBNs
- 42
- Idiomas
- 3
Terecht toont hij aan dat dit evenzeer “verbeeldingen van het verleden zijn” als de vakliteratuur, en dat ze zelfs een veel ruimer publiek bereiken dan de gespecialiseerde publicaties van dames en heren professoren en dus ernstig genomen moeten worden. De naam “Clio’s stiefzusters” is daarmee zeker een goede vondst. En ook de omschrijving “verledenverbeeldingen voorbij de wetenschap” houdt in zekere mate steek. Maar het nevralgieke punt is natuurlijk hoe die twee zich met elkaar verhouden, en vooral wat je kan zeggen over het waarheidsgehalte van elk van beiden. En daar blijft dit boek heel ambigu over.
Rietbergen toont overtuigend aan hoe die alternatieve verledenverbeeldingen systematisch gebruikmaken of op zijn minst verwijzen naar het professionele werk en dus ook naar de nieuwe inzichten die daarin geleidelijk groeien. Maar nog meer dan de vakhistorici lenen de “stiefzusters” zich tot allerlei andere, hedendaagse agenda’s. Zo staat het nationalisme extreem op de voorgrond in de historische romans en historie-schilderkunst van de 19de eeuw, en leenden heel wat 20ste eeuwse schrijvers zich tot ideologisch dienstbetoon in hun voorstellingen van het verleden, net als games op dit moment door sommige regimes bewust ingezet worden om de beeldvorming van hun bevolking te sturen.
Rietbergen is nogal ambigue over de vraag naar de waarde van die andere verledenverbeeldingen. Hij veegt ze dus zeker niet van tafel, integendeel, uit zijn woordgebruik blijkt duidelijk dat hij ze in zekere mate verdedigt en zelfs legitimeert. Want tegelijk wijst hij voortdurend op de realiteit dat ook vakhistorici kinderen van hun tijd zijn en dus ook impliciet of expliciet beïnvloed worden door de agenda van hun tijd. Alleen over games en speelfilms is hij eerder negatief, omdat daarin volgens hem het plat-commerciële aspect veel te zwaar doorweegt.
Voor mij is dit boek een gemiste kans. Uiteraard is het niet zinvol om een zwartwit-oordeel te vellen en vakhistorici als de goeden en de andere verledenverbeelders als de slechten voor te stellen; de gradaties zijn veel grijzer getint. En uiteraard moeten die alternatieve verbeeldingen ernstig genomen worden en is het dédain van professionele historici niet op zijn plaats: geschiedenis is niet het bezit van vakmensen. Maar Rietbergen onderstreept te weinig het belang van goede, systematische studie van het verleden volgens de regels van de kunst, om te kunnen wegen op de andere verledenverbeeldingen.
Er staan ook een paar eigenaardige of op zijn minst slordige beweringen in het boek: zo was het echt niet de Sovjet-Unie die Nazi-Duitsland aanviel in de Tweede Wereldoorlog; en herhaaldelijk onderstreept Rietbergen in het stuk over games dat het verleden écht voorbij is; ik begrijp wel wat hij daarmee bedoelt, maar het is op zijn minst onzorgvuldig, ook voor vakhistorici. Ondanks die gebreken biedt Rietbergen met dit boek toch een interessante en uitdagende inkijk in verledenverbeeldingen voorbij de wetenschap.… (más)