Imagen del autor
28+ Obras 188 Miembros 6 Reseñas 1 Preferidas

Sobre El Autor

Series

Obras de Willem Frijhoff

1650 : bevochten eendracht (1999) 25 copias
Genealogie en de canon. Dl. I (2008) — Autor — 10 copias
Erasmus : de actualiteit van zijn denken (1986) — Editor — 7 copias
Heiligen, idolen, iconen (1998) 6 copias
Dynamisch erfgoed (2007) 6 copias
Over grenzen (2012) — Autor — 6 copias
Republiek tussen vorsten (1984) — Contribuidor — 4 copias

Obras relacionadas

Etiquetado

Conocimiento común

Miembros

Reseñas

De Gouden Eeuw in 500 portretten, taferelen en analyses is een omvangrijk werk van 1593 pagina’s, verdeeld over twee boeken. U kunt het als één boek beschouwen; band 1 bevat alle denkbare onderwerpen onder de letters A t/m L en band 2 die onder de letters M t/m Z. De paginanummering loopt gewoon door, maar de toch al niet dunne delen worden zo iets handzamer in het gebruik.

Het werk staat onder redactie van Willem Frijhoff. Hij is emeritus-hoogleraar moderne geschiedenis en hoogleraar cultuurgeschiedenis. Mederedacteuren zijn Catherine Secretan, onderzoekster aan het Centre national de la recherche scientifique te Parijs en Andreas Nijenhuis-Bescher, hoogleraar Dutch Area Studies. Verder zijn er voor vele lemma’s gastbijdragen van talloze specialisten.

Eerst de koe maar eens bij de hoorns gevat, want het begrip Gouden Eeuw is een tikje beladen sinds het Amsterdams Museum heeft aangegeven de term niet meer te zullen gebruiken, omdat die eeuw immers lang niet voor iedereen goudomrand was. Natuurlijk zit daar een kern van waarheid in en deze uitgave wijdt er een apart lemma aan. Daaruit blijkt dat de museale kritiek op het begrip de recente ontwikkelingen tussen historici weerspiegelt. Het begrip Gouden Eeuw is desondanks een herkenbaar uithangbord voor musea en publicaties. Het begrip werd al gebruikt in de zeventiende eeuw en is voor deze publicatie ook gehandhaafd, zij het uiteraard met de nodige aandacht voor de schaduwkanten van die periode, zoals blijkt uit lemma’s over onder meer de slavernij en de armoede.

Interessant is dan wel weer om te lezen dat armoede toendertijd een relatief begrip was;

Vroegmoderne samenlevingen waren sociaal gelaagd. Eer en aanzien bepaalden ieders plaats. Elke daling op die maatschappelijke ladder gold als ‘verval in armoede’. In de loop van de zeventiende eeuw ontstonden dan ook allerlei beursjes en fondsjes, gesticht en gefinancierd door specifieke beroepsgroepen, ten behoeve van de eigen leden en hun families die beneden hun stand dreigden te geraken ook wanneer dat niet direct tot gebrek leidde.

Als je een dergelijk overzichtswerk wil samenstellen over De Gouden Eeuw lijkt het me een opgave om de onderwerpen samen te stellen. Toch vind ik dat de redactie hier prima in is geslaagd. Je verwacht figuren als Willem van Oranje, Hugo de Groot, Johan van Oldebarnevelt, de gebroeders De Witt, Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals, Joost van den Vondel, Pieter Cornelisz Hooft, Michiel de Ruyter, Maarten Tromp enzovoort. Maar die lijst is verre, verre van compleet. Het perpetuum mobile van Cornelis Drebbel, de filosofische conflicten van Antoine Arnauld, de geschriften van Daniel Jonctys die als één der eersten de martelpraktijken aanviel en de radicale vrijdenker Adriaan Koerbargh krijgen ook hun plaats.

Naast personen speelt topografie ook een belangrijke rol. Plaatsen als Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Brussel, maar ook Zutphen, Veere, Enkhuizen, Deventer, Goes, Oudewater en Harderwijk krijgen hun hoofdstuk, maar ook Malakka, Ceylon, Deshima en Suriname en ook hier is de lijst nog verre van compleet.

Ik houd ervan om dergelijke boeken helemaal te lezen. Je leest van onderwerp naar onderwerp en er staan onverwachte verhalen in. Een hoofdstuk over gezelschapsspellen bijvoorbeeld waarin staat dat ondanks, of juist dankzij de (niet altijd geweldige) historische banden met Spanje niet de Spaanse symbolen als bokalen, zwaarden, staven en munten de boventoon voerden, maar juist de Franse symbolen zoals daar zijn klaveren, schoppen, harten en ruiten.

Er zijn delen over geur en reuk, over wijn en wijnhandel, vermaak en buitenspelen, carillons, frugaliteit, overstromingen, plooierijen, moedernegotie en monarchomachen. Nee, ik had ook niet al die kennis voorhanden en ik heb aardig wat bijgeleerd. Over de schilderkunst bijvoorbeeld. Er komen talloze schilders voorbij, maar ook hun kunst zelf wordt uitgebreid beschreven. Zo ging de schilder Michiel Jansz van Mierevelt bijna industrieel te werk in zijn portretkunst;

Voor al zijn portretten gebruikte hij hetzelfde in stippellijnen uitgetekende silhouet als basis. Dit maakte het mogelijk om van tevoren de ruimte tussen de ogen te bepalen en de richting van het gezicht, onafhankelijk van het geslacht of de status van zijn model, aangezien ze over het algemeen als halffiguren werden afgebeeld en de handen niet in beeld kwamen. Door deze methode leken al zijn werken weliswaar op elkaar, maar het zorgde er ook voor dat hij kon voldoen aan de almaar groeiende vraag naar portretten, waarvan hij in Delft het monopolie had.

Er moest immers geld verdiend worden. Ook Jan van Goyen had het er druk mee. Om aan de vraag te voldoen en om er wat aan over te houden diende hij om de twee dagen een landschap af te hebben.

Zo bevat dit boek, of de twee banden, een overvloed aan feiten, kennis en weetjes. Het belang van de overwinning op Zutphen was zo belangrijk voor Lodewijk XIV, dat het stadswapen van Zutphen nu prijkt op het plafond van de Grande Galerie in Versailles. Ik wist het niet. Enige humor vindt u ook tussen al die feiten, zoals in het lemma Zondag (‘gereformeerde’ wijze van naleving van de sabbat), over het bijwonen van de kerkdiensten;

Er werd vaak vals gezongen en het was bovendien een ware kakofonie omdat elke kerkganger de vertaling en melodie van zijn eigen voorkeur volgde. Vanaf 1650 bracht het orgel – lang door dominees tegengehouden omdat orgelspel de gemeente te veel zou afleiden – wat orde in die kakofonie.

Omdat er zoveel auteurs aan deze uitgave hebben meegwerkt zijn doublures in de tekst af en toe onvermijdelijk, maar voor mij werkt die kracht van de herhaling wel. Zo weet ik nu dat Michiel de Ruyter niet per se de grootste held is van de tocht naar Chatham, waarbij het Engelse vlaggenschip werd buitgemaakt. De gebroeders Cornelis en Johan de Witt bedachten het plan (De Ruyter was aanvankelijk tegen maar Cornelis De Witt drukte het door). Verder staan er talloze prachtige afbeeldingen in het boek of landkaarten ter verduidelijking van de tekst.

Omdat ik veel geschiedenisboeken lees zal ik dit boek regelmatig uit de kast trekken om er nog eens een onderwerp bij te pakken. Deze verzorgde uitgave leent zich daar uitermate goed voor.
… (más)
 
Denunciada
Koen1 | Dec 22, 2023 |
Weergave van 3 lezingen, allemaal over “herinneringscultuur”, een erg modieus begrip dat pas eind twintigste eeuw erg in trek kwam in de historiografie, in navolging van de Franse historicus Pierre Nora. Zoals dat wel meer gaat, maakten veel wetenschappers van deze nochtans interessante invalshoek (“hoe hebben mensen zich het verleden toegeëigend, vanuit verschillende perspectieven en in wisselende omstandigheden”) plots het alfa en het omega van het geschiedenisonderzoek, alsof alleen deze het verleden tot zijn recht liet komen. Ik ga niet beweren dat Willem Frijhoff ook die radicale weg opgaat, maar hij gaat er toch een heel stuk in mee. In elk geval zijn deze lezingen een aardige introductie tot die benadering, al is zijn stijl tamelijk gecondenseerd en zeker naar het einde toe nogal academisch-hermethisch.… (más)
 
Denunciada
bookomaniac | Jan 27, 2017 |
 
Denunciada
stafhorst | Jan 14, 2017 |
www.bntl.nl/bntl/publicatie/geschiedenis_van_amsterdam_ams/n_v_t

Halverwege de zeventiende eeuw was Amsterdam uitgegroeid tot een metropool. In tegenstelling tot Parijs en Londen slaagde het Amsterdamse stadsbestuur er steeds weer in de buitenwijken binnen te halen. Met dat doel werd in de jaren na 1650 de vierde uitleg gerealiseerd.
Met die vierde uitleg kreeg de stad de typische vorm die wij nu nog kennen en die het beeldmerk van Amsterdam is geworden: de middeleeuwse binnenstad, omringd door de grachtengordel en daaromheen de zeventiende-eeuwse volkswijken, waaronder de Jordaan en de joodse wijk. De aanleg van deze vergroting was gebaseerd op de verwachting dat Amsterdam ook na 1650 even onstuimig zou blijven groeien als in de voorgaande periode. Het achterblijven van de werkelijke groei bij die hooggespannen verwachting vormt een belangrijk thema van dit deel van de Geschiedenis van Amsterdam.… (más)
1 vota
Denunciada
bewogenlucht | Dec 19, 2014 |

También Puede Gustarte

Autores relacionados

Estadísticas

Obras
28
También por
9
Miembros
188
Popularidad
#115,783
Valoración
½ 3.7
Reseñas
6
ISBNs
42
Idiomas
3
Favorito
1

Tablas y Gráficos